Cittadellarte-Fondazione Pistoletto werd opgericht als onderdeel van The Progretto Arte Manifesto, waarin Michelangelo Pistoletto een nieuwe rol van de kunstenaar voorstelde. Deze nieuwe rol zou zich vooral moeten richten op het creëren van de directe interactie tussen kunst en all the areas of human activity which form society, en gedraagt zich als laboratorium en generator van creatieve energie, aanjager van niet officiële en onverwachte ontwikkelingsprocessen op het gebied van cultuur, productie, economie en politiek. “Art is the most sensitive and complete expression of thought and it is time for artists to take upon themselves the responsibility of ensuring communication between all other activities, from the economy to politics, to science and religion, through to education and behaviour. In other words, all aspects of the social fabric”.
Cittadellarte is georganiseerd in de vorm van verschillende ‘kantoren’, de zgn. Uffizi. Ieder afzonderlijk kantoor adresseert een specifiek gebied in het sociale systeem, met als belangrijkste doelstelling: de transformatie van een globale samenleving, te beginnen bij de locale dimensies (kleinschaligheid).
De Uffizi zijn onderverdeeld in verschillende categorieën: kunst, educatie, ecologie, economie, politiek, spiritualiteit, productie, arbeid, communicatie, architectuur, mode en voedsel.
A place for the convergence of creative ideas and projects that combine creativity and enterprise, education and production, ecology and architecture, politics and spirituality.
An organism aimed at producing civilization, activating a responsible social transformation necessary and urgent a local and global level.
In 2010 organiseerde de Fondazione Pistoletto de tentoonstellingen “Practicing Memory in a time of an all-encompassing present” en “VISIBLE – where art leaves its own field and becomes visible as part of something else”. Beide zijn voorbeelden van de wijze waarop Cittadellarte onderzoekt hoe productieruimte (lees: atelier) en tentoonstellingsruimte gezien kunnen worden als sociaal en educatief forum, met ingrijpende gevolgen voor de positionering van de kunstenaar. Hij is niet langer een superindividueel genie dat meesterwerken maakt en zich zodoende alleen tot zichzelf en de kunstgeschiedenis verhoudt, maar hij wordt iemand die samenwerkt en zijn kunst niet zo zeer meer ziet als meesterwerken, maar als instrumentarium.